Mývatn is een meer in het noorden van IJsland, dat beke
nd staat om zijn vulkanisme. In het gebied kom je onder andere een explosiekrater, tafelbergen, pseudokraters en een solfatarenveld tegen. Explosiekraters zijn ringvormige kraters met steile wanden. Bij dit type vulkaan is het magma zuurder waardoor gassen moeilijk kunnen ontsnappen waar op een gegeven ogenblik een explosie ontstaat. Een Tafelberg ontstaat wanneer er onder een gletsjer een vulkaan uitbarst. Doordat het lava in aanraking komt met water dat onder de gletsjer smelt, koelt het snel af. Bovenop ontstaat een harde laag basalt. Wanneer de gletsjer smelt, zakken de zijkanten in elkaar en ontstaan er steile puinhellingen. Pseudokraters zijn geen echte kraters, omdat ze nooit verbonden zijn geweest met een magmahaard. Ze ontstaan op plaatsen waar vloeibaar lava in aanraking komt met veel water. Het opgesloten water wordt omgezet in warme stoom die een uitweg zoekt. Het gevolg is dat het lava met een explosieve kracht ophoog wordt geduwd. De verschillende typen vulkanen maken het gebied zeer interessant voor vulkanologen.
Vulkanologen maken onderscheid tussen explosief vulkanisme en effusief vulkanisme. Op IJsland komen beide typen vulkanisme voor ondanks dat het boven een mid-oceanische rug ligt en dat het eiland boven een hotspot ligt. Dit heeft te maken met het gegeven dat verschillende vulkanen onder ijs liggen en door crystal fractionation. Dit is terug te lezen in bron 1 van Zuid-IJsland.
Bij explosieve erupties stoot de vulkaan niet alleen lava uit, maar ook grote hoeveelheden as. Dit komt doordat er veel gassen in het magma zitten waardoor de druk in de magmakamer opbouwt. Het magma is minder heet en dus stroperiger dan bij effusieve vulkanisme waardoor het materiaal er niet makkelijk uit kan vloeien, maar eruit gespuwd moet worden. Bij explosieve erupties wordt er ook tefra de lucht in geslingerd. Het is een verzamelnaam voor materiaal dat tijdens een explosieve eruptie de lucht in wordt geblazen.
Sommige vulkanen stoten geen as uit, maar alleen lava. Bij deze type vulkanen is er sprake van effusief vulkanisme. Effusief vulkanisme betekent letterlijk uitvloeien. Het magma is zeer heet en vloeibaar en kan tijdens een eruptie zich over een groot oppervlak verspreiden. De temperaturen van het lava liggen tussen 1500 en 2000 graden.
Gesteentelagen die ontstaan door de stolling van magma of lava noemen we stollingsgesteente. Het lava dat wordt uitgestoten kan je onderscheiden door te kijken naar de samenstelling. Lava die dun en erg heet is, noemen we mafische lava. Dit komt doordat de lava weinig silica (de stof die lava taai maakt) bevat. Daarentegen bestaat zure felsische lava uit veel silica en is erg taai en stroomt langzaam. Een voorbeeld van mafische gesteente is basalt. Een voorbeeld van felsisch gesteente is rhyoliet.
Op IJsland komt er zowel effusief- als explosief vulkanisme voor. Open het onderstaande document en bepaal bij elke situatie of het tot explosief of effusief vulkanisme hoort. Geef bij elke situatie ook een toelichting hoe je tot het antwoord ben gekomen.
Stap 1: lees de bovenstaande informatie over explosief en effusief vulkanisme.
Stap 2: open het document ‘waar hoort dat bij’ en beargumenteer voor elke situatie of het om explosief of effusief vulkanisme gaat.
Stap 3: bij twijfel gebruik het internet om extra informatie op te zoeken.