Fjorden

Een fjord is een smal, door ijs uitgesleten diep gevormd dal dat is ondergelopen door zeewater. De steile zijwanden lopen omlaag tot soms ver onder het zeeniveau. Fjorden zijn voornamelijk bekend in Noorwegen, maar ook op IJsland komen ze voor. In het noordenwesten en oosten van IJsland bestaat een groot deel van de kustlijn uit fjorden.

Op de rechter afbeelding zie je de fases van het ontstaan van een fjord. Het ontstaan van een fjord begint tijdens de ijstijd als het land bedekt is met ijs. Tijdens het Pleistoceen (ijstijd) hebben gletsjers rivierdalen uitgehold tot diepe U-vormige dalen. In de tijden van het Pleistoceen stond de zeespiegel lager. Na het Pleistoceen steeg de zeespiegel en verdronk het dal. IJsland staat bekend om zijn vulkanisme en dit is ook terug te zien in de fjorden. De verschillende basaltlagen die zijn afgezet tijdens vulkanische erupties zijn terug te zien in de steile wanden van de fjorden.

De meeste IJslandse fjorden hebben een lengte tussen de 5 en 50 km en zijn ongeveer tussen 2 en 20 km breed. De fjorden zijn ontstaan gedurende minstens 20 ijstijden. Tijdens deze glaciale (ijstijden) periodes zijn de fjorden steeds verder uitgehold door het glaciale erosie. De gletsjertongen kozen vaak voor dezelfde kanalen en soms werden er ook nieuwe gevormd.

Het fjordengebied is sinds de ijstijd opgeheven als het gevolg van isostasie. De aardkorst drijft op vloeibaar gesteente. Tijdens een ijstijd lag op IJsland een dikke laag ijs. Als het ijs smelt komt het land langzaam omhoog. Ook erosie en verwering zorgen voor het opheffen van het land, doordat een groot deel van de korst hierdoor verdwijnt. Het gewicht wordt hierdoor minder.

Bekijk de onderstaande foto’s en bijschrift. Het is de bedoeling dat je fysische relaties tussen de gebieden gaat leggen. Maak opdracht A en B.

  1. Þingvellir vormt de grens tussen Noord-Amerikaanse plaat en Euraziatische plaat.
  2. Eyjafjörður ligt in het noorden van IJsland met als grootste stad Akureyri.
  3. Vatnajökull is een gletsjer en nationaal park in IJsland.
  4. Skógafoss ligt tussen twee gletsjers in.
  5. Haukadalur is een gebied in IJsland dat bekend staat om zijn geisers.
  6. Sólheimajökull is onderdeel van de gletsjer Myrdalsjökull.
  7. Seltún is een gebied met fumarolen en solfataren.
  8. Dýrafjörður is een fjord van tweeëndertig kilometer lang en negen kilometer breed.
  9. Goðafoss is een van de grootste watervallen van IJsland.
  10. Breidamerkurjökull is een gletsjertong van de grootste gletsjer op IJsland.

A. Noteer de nummers van de foto’s die bij elkaar horen omdat de plaatsen tot een gebied in IJsland behoren. Maak combinaties en gebruik daarbij de windroos. Niet alle foto’s kan je koppelen. Welke foto’s zijn dit en waar in IJsland zijn deze foto’s genomen.

B. Noteer de nummers van de foto’s die bij elkaar horen omdat de plaatsen een bepaald fysisch kenmerk hebben. Om welk kenmerk gaat het? Alle tien de plaatsen zijn aan elkaar te koppen.

Stap 1: bekijk de foto’s en bijhorende bijschrift.
Stap 2: maak bij het maken van de opdrachten gebruik voor Google Earth om de gebieden op te zoeken. Google extra informatie over de gebieden als je vastloopt.