Onlangs vroegen we via een pol op Instagram waar jullie graag een artikel over willen lezen. Een van de antwoorden was de Tweede Wereldoorlog. Geografen hebben ook een rol gespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Welke rol lees je in dit artikel.
Tijdens het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog kon je aan geen enkele Britse universiteit afstuderen in het vakgebied geografie. Dit veranderde door de Eerste Wereldoorlog, omdat het belang van geografie voor oorlogsvoering opkwam waardoor geografie een vak werd dat er toe deed. Door het ontbreken van geografische kennis van het slagveld konden er oorlogen verloren worden.
Voor oorlogsvoering is kennis van reliëf en ondergrond heel belangrijk. Je moet namelijk kennis hebben om de manschappen met hun materiaal over de juiste routes te kunnen verplaatsen. Een zware tank kan bijvoorbeeld niet overal rijden.
Informatie over het klimaat, weer, voedsel en de beschikbaarheid van zoetwater is essentieel. Geografen brachten in kaart waar men zoetwater kon vinden en met welke klimaat en weersomstandigheden men rekening moest houden. Tijdens de inval van de Russische winter was er te weinig bevoorrading voor het Duitse leger en beschikten de Duitse soldaten niet over goede winterkleding. Deze zaken hebben een rol gespeeld in het verloop van de oorlog. Veel soldaten raakten hierdoor ziek. Ook was het belangrijk om kennis te hebben over de bevolking. Was de bevolking vijandig of juist hulpvaardig.
Tijdens de Tweede wereldoorlog waren er geografen in dienst van het leger. In Groot-Brittannië waren afgestudeerde Britse geografen in dienst van de Naval Intellegence. Het was hun taak om (toekomstige) oorlogsgebieden te beschrijven en in kaart te brengen. Niet alleen de Britten, maar ook de Duitsers waren actief op het terrein van regionale studies. Een half jaar voor de inval van de Duitsers in Nederland bracht de Wehrmacht het boek ‘Militärgeograpischer Überblick über die Niederlande’ uit.